Een buurthuis in de wijk
Fransien houdt altijd een oogje in het zeil. Zo belde ze eens de politie toen ze de overbuurvrouw al een week niet had gezien. “Er zou toch niets gebeurd zijn?” Nadat de politie was gearriveerd kwam de buurvrouw eraan. Ze was een weekje op vakantie. Maar het typeert Fransien: betrokken op de mensen om haar heen.
Fransien (1963) groeide op in Den Bosch. In zo’n typische volkswijk waar iedereen elkaar kent en voor elkaar zorgt. Zelf was ze nog maar 13 toen ze een half jaar voor haar opa moest zorgen. “Zo ging dat in die tijd.” Als Brabantse moest ze best even wennen in Culemborg. “In Den Bosch loopt iedereen bij elkaar binnen. Hier is men wat meer terughoudend.”
Fransien werkte 14 jaar in de thuiszorg. Nu is zij nog twee ochtenden als vrijwilliger in het Beatrix Verpleeghuis actief. Dat geeft haar veel voldoening.
Inmiddels woont Fransien al 37 jaar in de Lepelstraat. Met heel veel plezier. “Alle soorten mensen wonen hier. Ik zou hier nooit weg willen. Natuurlijk is er ook wel eens gedoe in de wijk. Maar dat komt overal voor.” Zelf heeft ze nooit problemen. “Mensen lijken vergeten dat ze zelf ook jong zijn geweest. Als je mensen respecteert en eerlijk bent, dan komt het altijd goed.”
Zo staat Fransien in het leven. Ze vindt het wel jammer dat er geen buurthuis is. “Dat zou echt goed zijn voor de betrokkenheid in de wijk.”