Het kerkdorp Lanxmeer -langs het riviertje de Meer- is zo’n duizend jaar geleden ontstaan omdat boeren uit de omgeving overlast hadden van het water. Zij vestigden zich liever op de, door zandafzetting en daardoor hoger gelegen, gronden langs de rivier. De huidige Zandstraat, de oudste straat van Culemborg, volgt deze zanderige stroomrug.
Pas anderhalve eeuw later ontwikkelde zich de nederzetting Culenburgh die in 1318 stadsrechten verkreeg. Dat betekende dat stadsmuren konden worden gebouwd  en verdedigingsgrachten werden gegraven. Deze stad werd uitgebreid: eerst aan de noordzijde met het Havenkwartier. Daarna aan de zuidzijde met het oude kerkdorp Lanxmeer. Het kreeg de naam ‘die nywe stat’. Deze Nieuwe Stad werd ommuurd en kreeg grachten in 1385. De contouren zijn goed herkenbaar: Oosterwal, Zuiderwal, Westerwal, Molenwal.
De uitbreiding van de stad bood ruimte voor andere wensen: Lanxmeer had al een kerkje. Dat stond op het huidige Sint Janskerkhof. Zo’n 250 jaar later werd hier een Sint Janskerk gebouwd met bijhorend kerkhof. De kerk werd in 1826 afgebroken. Er vlakbij werd in de 19e eeuw de Joodse synagoge gebouwd. Een Joodse begraafplaats was er aan de Westerborgwal, de huidige Westerwal. Achter de huizen van de huidige Zandstraat werd in 1430 het Jeruzalemklooster gebouwd. Namen als Kloosterstraat, Kloosterhof en Jerusalem herinneren er nog aan.
De Oud-Katholieke Kerk wordt in 1836 gebouwd aan de Varkensmarkt. Saillant detail: éé
n van de patroonheiligen van de kerk, Sint Antonius, heeft vaak bij afbeeldingen een varkentje aan zijn voeten liggen.
Vanwege de volksgezondheid was er halverwege de 19e eeuw bij wet geregeld dat er niet meer begraven mocht worden binnen wallen, er kwam een nieuwe begraafplaats aan de Achterweg (1869). De oude Joodse begraafplaats is verplaatst in 1959. Het bij de Sint Janskerk behorende kerkhof is in 2014 geruimd. Een aantal grafstenen zijn hier als nagedachtenis nog steeds te bewonderen.
Culemborg is van oudsher een nijvere stad. Visserij en handel zaten vooral in het Havenkwartier, in de Oude Stad waren veel ambachtelijke bedrijfjes. De Nieuwstad bleef tot diep in de twintigste eeuw voornamelijk agrarisch met veel open ruimte: erven, tuinen en boomgaarden. Winkels en werkplaatsen waren er aan de Varkensmarkt, de Zandstraat en de Prijssestraat. Er woonden veel kleine boeren met hun vee, ambachtslieden en later arbeiders. Ambachtelijke activiteiten waren vooral agrarisch georiënteerd: mandenmakers, klompenmakers, een korenmolen. 
Ook de markten laten dat beeld zien: op de Varkensmarkt werden vroeger varkens en ander klein vee verhandeld en de koeienmarkt vond tot rond 1950  wekelijks plaats in de Zandstraat.
Rond eind 18e eeuw komt in Culemborg de industriële nijverheid sterk op gang, onder andere sigaren- en meubelindustrie. Dit trekt veel nieuwe mensen en het gebrek aan woonruimte groeit. Buiten de wallen bouwen was lang geen optie, dus worden de open gebieden in de Nieuwstad gevuld met openbare gebouwen, fabriekjes en veel woonhuizen van niet de beste kwaliteit, vaak bewoond door grote gezinnen.
Een grotere fabriek was de kisten- en etikettenfabriek ‘De Imprimatur’ aan de Prijssestraat. Deze is in 1960 afgebroken om de doorbraak via ’t Jach en ‘t Hof te realiseren. Dit diende, samen met de aanleg van de Boerenstraat, om het verkeer dat altijd via de Binnenpoort door de binnenstad reed om te leiden
In 1975 werd een deel van de Nieuwstad gesaneerd en kwamen er nieuwe en betere woningen voor in de plaats.
De Stadsmuren zijn al lang gelden afgebroken en er wordt fors gebouwd buiten de wallen. De Nieuwstad is inmiddels een wijk in de stad. Maar wel een wijk met heel veel geschiedenis.

Ineke de Weerdt
Historisch Genootschap Voet van Oudheusden
Bewoner van de Nieuwstad


Back to Top